Als moeder van drie jongens, heb ik het niet altijd even makkelijk. En niet omdat ze druk zijn, want dat valt reuze mee. Ook niet omdat ze stoeien, zich om de haverklap een buil vallen, kleren altijd vies zijn en ze mama heel hard uitlachen omdat ‘die als enige in huis geen piemel heeft’. Nee, het zit hem in het speelgoed. En dan vooral de hoeveelheid ervan.
Die goede ouwe tijd
Toen manlief en ik nog met z’n tweetjes woonden in ons kleine popperige huis was er niets aan de hand. Alles had keurig zijn plek en blindelings kon ik ieder voorwerp vinden. Nu ben ik van nature al een opruimerig type. Als jong meisje was mijn kamer altijd spic en span en stond alles keurig gesorteerd, van kleding en boeken tot knuffels aan toe. En alsof het niet genoeg was, deed ik dit ook rustig in de kamer van mijn vriendinnetje. Die me dan vervolgens moest bellen omdat ze haar spullen niet terug kon vinden, maar dat even geheel terzijde. Er komt een baby aan.
Verantwoord speelgoed of joelend plastic?
Met de komst van kind nummer 1 viel het nog wel mee. Een baby heeft niet veel nodig en eist nog weinig speelruimte op. Maar dan moeten ze zich motorisch ontwikkelen, moet er links en rechts cognitief gestimuleerd worden en moet vooral de sociaal-emotionele ontwikkeling de nodige aandacht krijgen. Dus komt er speelgoed. Waar je eerst nog je best doet voor verantwoord houten speelgoed, want dat staat ook nog eens leuk, komt er toch een moment waarop het joelende kitscherige plastic je huiskamer binnenwandelt.
VT-wonen?
Een paar verjaardagen en kinderen verder, weet ik inmiddels dat accepteren het toverwoord is maar er zit ook een grens aan wat ik hebben kan. Dat het VT-wonen gehalte met de aanwezigheid van kleine kinderen drastisch gekelderd is, is voor mij inmiddels een gegeven. Nu vind ik mezelf best bestand tegen een hoeveelheid Playmobil piraten waar de zeven zeeen gemakkelijk mee bevaren kunnen worden. Deuntjes uit allerhande telefoontjes, sleutelbossen en muziekdoosjes neurie ik vrolijk mee, ik slalom soepel door de stapeltorens, blokken en k’nex bouwsels, en met de hoeveelheid Duplo bouw ik een ridderkasteel op ware grootte. Ik schrik er niet van dat Spiderman ineens opduikt in de keuken, dat Piet Piraat een dutje doet in de kinderkamer en dat er drie superhelden een fort bouwen van mijn bank. Maar als de kasten na het opruimen niet meer dicht kunnen, signaleer ik toch een probleem.
Twee opties
En dus zijn er wat mij betreft twee oplossingen: of je mikt het ongezien in de vuilnisbak met het risico dat ze hierachter komen en dan is het huis alsnog te klein, of je maakt van nood een deugd en shopt je blij met nog meer hippe opbergers. Ik kies maar voor het laatste, van mijn drie superhelden win ik toch niet.
Deze 34-jarige mama van Mauck (6), Lenn (2) en Just (9 maanden) is vrouw van de leukste man, kan niet zonder vriendinnen van vroeger en later aangehaakte exemplaren, Milka Oreo, maxi rokken, kinderboeken en kitscherige hertjes. Kijkt altijd bij mensen naar binnen en moet de nieuwste Chanel-lakjes hebben (maar gebruiken kost teveel moeite :)).