Laatst was ik met Otis bij een vriendin van mij met een zoontje in dezelfde leeftijd als de mijne. Ze zitten samen ook 1 dag op het schooltje, dus ze zijn dikke vrienden. Uiteraard kwam de standvastige peuter ook weer even om de hoek kijken…
Playtime!
Ze gingen lief spelen. Zijn vriendje had een nieuwe trampoline die uitgeprobeerd werd en er was een mooie watertafel in de vorm van een piratenboot, waarmee zij zich prima vermaakten. Het gaat altijd goed maar tegen het einde van de middag komt er regelmatig zo’n momentje… Opeens zijn ze dan moe of wil de ene iets wel en de ander niet. Zo ook deze keer, waarbij ik alle zeilen bijzette.
Verschillende kleuren kiezen: go or no go?
Spelletjesmakers van NL, waarom maken jullie spelletjes met verschillende kleuren attributen erin? Uiteraard kan dat niet anders met een spel als mens erger je niet en ook begrijp ik dat je zo de spelers goed uit elkaar kunt houden. Alleen met kinderen (lees:peuters) kan dat ook best een uitdaging zijn, weten veel ouders met jonge kinderen…
De situatie
Dit keer ging het om een spel waarbij je vissen kan vangen. Het spel heeft twee hengels, je raadt het al een rode en een blauwe. Zucht… Mijn kleine directeur had zich onder de babybox geïnstalleerd (onmogelijke plek natuurlijk) en zat daar braaf te spelen met wat vissen en de rode hengel. Dat hij rood is, is in dit verhaal even van levensbelang, dat begrijp je! Zijn vriendje wilde ook met de rode spelen en Otis zei ‘Nee’. Op zich heel duidelijk, maar niet erg vriendelijk.
De onderhandelingsmoeder
Als een presidentiële onderhandelaar ging ik te werk. Mijn focus lag bij mijn peuter die zo standvastig was als een verse teek die zich vastbijt in het lijf van Doutzen Kroes op een warme zomerdag. Een beetje medeleven is dus op zijn plaats.
De standvastige peuter
Ik: ‘Lieverd, Teun is jouw vriend dus jullie gaan samen spelen.’
Otis: ‘Nee, ik wil de rode hengel’.
Ik: ‘Samen spelen, samen delen. Jij hebt nu met de rode hengel gespeeld, dan mag Teun even en dan mag jij hem straks weer’.
Otis: ‘Nee-hee, ik wil spelen’.
Ik: ‘De blauwe hengel is toch ook mooi?’
Otis: ‘Nee, ik wil de rode’.
Ik: ‘Geef Teun eens de rode hengel, het is zijn spelletje en nu wil hij even’.
Otis: ‘Nee, het is mijn spelletje’.
Ik: ‘Niet waar, het is van Teun. Geef hem de rode hengel, dan neem jij nu even de blauwe’.
Otis: ‘Nee mama!’
De dreigende moeder
Ik: ‘Otis, jij wil toch met Teun spelen? Dan moet je ook samen delen anders gaan we naar huis! Wil je dat?’
Otis: ‘Nee…’
Ik: ‘Nou dan, geef hem de hengel, want als je niet samen kunt spelen, dan gaan we.’
Wie wint er? Otis of mama?
Het resultaat van deze onderhandelings-discussie die eindigde in een dreigement van mijn kant? Eerlijk gezegd weet ik dat niet eens meer… Ik heb de discussie in ieder geval niet gewonnen, want zo’n moment van victorie had ik wel onthouden ;-). Waarschijnlijk lag er teveel druk op dat moment en die handeling, want 5 minuten later zaten ze samen met totaal iets anders te spelen. De moraal van dit verhaal? Geen idee, ik probeer ook maar wat!